Stille waters
Bij het bekijken van de portretten in onze collectie valt één portret op.
Dat van Maria van Aerden -Ponderus.
Ze kijkt ons met een ontwapenende glimlach aan. Zijn de meeste andere geportretteerde vrouwen ingetogen en statig, Maria kijkt de wereld veel wereldser bijna uitdagend in. Het portret zal ongetwijfeld geschilderd zijn in opdracht van haar man; voor hem is die glimlach bedoeld.
Maria heeft zich in haar latere leven gemanifesteerd als een oprecht devote vrouw. Ze legde aan de bewoners van haar hofje niet alleen op dat ze van “de ware gereformeerde religie” waren, maar ook dat ze zich niet te buiten gaan aan “drinkenschap” of “ergerlijk leven” Ook mochten op het Hofje geen mannen overnachten. Eventuele hulpjes of bedienden dienden eveneens gereformeerd te zijn.
Past die instelling bij een frivole jonge vrouw, die zich in een lichtblauwe jurk, een décolleté en met lang haar over de schouder laat portretteren?
Van Aerden probeerde in zijn collectie van alle genres twee exemplaren te bemachtigen. Zou de vrouw met bloemenkrans van Theodor Thulden de aanvulling op het portret van Maria zijn? Thulden, leerling van Rubens, schildert een heel wereldse dame in de trant van zijn leermeester. De putto op de achtergrond is een symbool van liefde.
De aankoop lijkt duidelijk een bewijs van genegenheid en waardering van Van Aerden voor zijn vrouw. Het is overigens ook opvallend dat Maria dit schilderij als eerste noemt in haar testament. Het hing in hun Haagse huis boven de deur!
Einde 19e eeuw beschrijft de kunstkenner Bredius het werk en doet de suggestie het “De verloren onschuld” te noemen. Wiens onschuld verloren ging lijkt duidelijk als we Maria’s liefdevolle glimlach bekijken.