Ouderwetse verdediging
Eén van de meest opvallende bouwwerken van Leerdam is de Zuidwal, waar het Hofje min of meer deel van uitmaakt. Nergens in ons land is zo’n groot deel van de oorspronkelijke stadsmuur bewaard gebleven.
Zoals bekend is de ondergrond van het Hofje de ruïne van een kasteel dat ooit de Zuidwesterlijke hoek van het stadje sierde.
Helaas voor de Leerdammers was het kasteel nog onderdeel van de verdedigingslinie toen de Spanjaarden in 1574 een belegering begonnen. Was de stadsmuur bestand tegen een bestorming door reguliere soldaten, tegen kanonnen was hij niet opgewassen. Op 13 juli begonnen de beschietingen en aan het einde van de dag viel een groot deel van de kasteelmuur in de Linge. De overgave was daarna een kwestie van tijd en onderhandeling.
Ook in de rest van ons land kreeg men door dat de stadsmuren en kastelen nog amper bescherming boden en al snel werd de oplossing gevonden. De muren werden aan de buitenkant bedekt met aarden wallen, die de massieve kanonskogels (kloten) min of meer smoorden. Helaas was dat voor Leerdam, waarschijnlijk door de ligging langs de Linge, niet mogelijk.
Door de vele belegeringen werden onze landgenoten experts in het aanleggen van schansen en stadsverdedigingen. Vele Nederlandse stadjes zoals Gorkum hebben nog steeds een aarden bewalling of een deel daarvan, waar het heerlijk wandelen is.
Grappig is dat deze manier van fortificeren tot in de 19e eeuw toegepast werd. Bij alle rivierarmen in Zeeland en Zuid-Holland staan forten die uitsluitend uit aarden wallen bestaan. In geval van een Engelse invasie zouden ze snel van kanonnen worden voorzien.
De concrete gevolgen van een les in verdediging, die jammer genoeg ten koste van o.a. Leerdam geleerd is.
Met dank aan Teunis Blom