De Ramp van 9 Januari 1811
Op woensdag de 9e van de Louwmaand (januari) 1811 vertrokken drie kleinkinderen van de eerste Regent Paulus Drooglever en Petronella de Bie voor een schaatstocht vanuit Gorinchem naar Leerdam. Ze gingen over het ijs van de Linge.
Zacharias Hendrikus, Paulus en Huijbert Anthonie de Kleyn gingen op bezoek bij de aanstaande schoonouders van Paulus in Leerdam. Aan het eind van een gezellige dag vertrokken de drie broers weer naar Gorinchem. Zij kregen een knecht van de gastheer mee, omdat deze de weg over het ijs en de zwakke plekken goed kende. Vlak voordat ze in Gorinchem aankwamen, hebben ze deze knecht weer teruggestuurd, omdat ze de rest van de tocht nu zelf wel af konden leggen.
Toen sloeg het noodlot toe. Door de plots opkomende vloed was het ijs aldaar verzwakt. Alle drie verdronken onder het ijs.
Het waren de Zacharias uit 1770, Paulus uit 1780 en Huijbert Anthonie uit 1790. Zacharias was al getrouwd en had een 11 jarige zoon ook Zacharias genaamd en drie andere kinderen. De twee andere overleden zonen hadden geen kinderen.
Zacharias was zilversmid in Gorinchem en de beide andere broers leerling zilversmid wonend in Tiel.
Voor de Leerdamse gemeenschap en het Hofje in het bijzonder was dit verlies enorm! De vijf zusters hebben de 4 wezen liefdevol opgevangen en opgevoed. Hun moeder Margaretha Rietman was al overleden in 1802.
Om de ongetrouwde ooms te laten voortleven en te eren heeft Zacharias de Kleyn junior zijn tweede zoon naar hen vernoemd. De naam Adrianus komt zoals gebruikelijk bij een tweede zoon van de grootvader van moederszijde.
Adrianus Hubertus Paulus Antonie de Kleyn werd later burgemeester van Ameide en was 27 jaar Beherend Regent tot 1900. Zijn oudste zoon Prof. Dr. A.P.H.A. de Kleyn (Regent van 1905-1949) had geen kinderen, maar zijn broer Dr. Gerard H. de Kleyn, chirurg, noemde zijn zoon ook A.P.H.A. de Kleyn. Deze was Regent van 1963 tot 1999.
De laatste Adrianus Paulus Hubertus Antonie overleed in 2000 op 92 jarige leeftijd zonder zonen na te laten.
Bovengemelde advertentie verscheen op 15 januari 1811 in de Opregte Haarlemse Courant. De courant waarin alle nette families in Nederland hun familieadvertenties plaatsten.