Barbarijse zeerovers
Vanaf de Kruistochten tot de eerste helft van de 19e eeuw waren de Barbarijse zeerovers actief. Hun gebied bestreek het huidige Marokko, Tunesie, Libië en Algerije. Zij belaagden alle zeevarenden van IJsland tot de gehele Afrikaanse westkust. Ook de kusten van Ierland, Engeland en Nederland werden niet gespaard. Zelfs de Amerikaanse koloniën werden belaagd.
Doel was slaven te maken. Deze werden gebruikt om losgeld te vragen. Dat was een belangrijke economische activiteit. Het ging om vele miljoenen (christen)mensen door de eeuwen heen.
Het VOC schip uit de collectie van het Hofje dat het zeerovers galjoen ramt, moet voor Pieter van Aerden en zijn vrouw Maria Ponderus een geruststelling zijn geweest, toen hun beide zonen naar Indië vertrokken. Het loopt vaak niet goed af met de zeerovers. Overigens waren de galeislaven vaak christenen, die vastgeketend mee ten onder gingen.
Maarten Harpertszoon Tromp was zelf twee keer slachtoffer, maar werd beide keren vrijgekocht.
Het einde aan de Barbarijse zeeroverij kwam in 1816 door het grote bombardement op Algiers, waarbij de Engelsen en de Hollanders de hele dag de stad hebben gebombardeerd. De schade aan de stad was enorm. Aan het eind van de dag ging er een sloep met een witte vlag naar de Bey van Algiers. Hij werd gesommeerd zich over te geven, anders kreeg hij precies hetzelfde bombardement de volgende dag nog een keer. De Bey gaf zich over. De Engelsen en de Hollanders hadden er niet bij verteld dat ze die dag alle kruit hadden verschoten!
Het bombardement van Algiers, 1823, Martinus Schouman (Rijksmuseum)